|
De
Rhododendron Hoeve
Voeding voor de rhododendron.
Water geven.
Een rhododendron heeft vochtige grond nodig. Het strooien
van een mulchlaag, een 5 cm dikke laag van blad, bladaarde,
dennen-
of sparrennaalden, klein gehakselde boomschors, verrot
plantenloof, grasmaaisel, turfmolm of tuinturf, helpt de grond vochtig te houden.
In de zomermaanden van half mei tot met
augustus wordt door de plant meer verdampt, dan door regenval aan water kan
worden aangevoerd. Het is daarom in die maanden van belang, dat regelmatig water
gegeven wordt. Om bladbeschadiging door de zon te voorkomen
is het verstandig pas in de avond water te geven.
Bij planten in pot of kuip dient in het voorjaar en de
zomermaanden dagelijks aandacht te zijn voor het geven van
water.
Is de tuin te groot om met een gieter te gaan water geven, dan is het
mogelijk over te gaan op druppelbevloeiing. Hiervoor zijn
bij tuincentra tegenwoordig
eenvoudige systemen verkrijgbaar.
De rhododendron kunnen we het best helpen door in een keer een grote hoeveelheid water te geven. Hierdoor wordt niet alleen de bovenste grondlaag
vochtig, maar de hele wortelkluit en haar omgeving wordt
nat.
Zeker als de bladeren en bloemen slap gaan hangen is
veel water geven een must.
Voeding – bemesting.
Rhododendrons dienen elk jaar van voldoende meststof te
worden voorzien.
Het regelmatig toevoegen van organisch materiaal is erg van
belang. De genoemde 5 cm dikke mulchlaag van blad,
bladaarde, dennen- of sparrennaalden, klein gehakselde
boomschors, verrot plantenloof, grasmaaisel, turfmolm of
tuinturf, maar ook oude verrotte stalmest, is van
wezenlijk belang. Deze laag zal de groei van onkruid
tegengaan. Verschijnt er echter toch onkruid, dan raden wij
aan dit zo snel mogelijk, als het nog klein is, te
verwijderen. Omdat de rhododendron oppervlakkig wortelt,
niet schoffelen maar het onkruid met de hand uittrekken.
Als u jaarlijks werkt met een flinke mulchlaag en oude
verrotte stalmest zal bijvoeding met kunstmest vaak niet
nodig zijn. Tegelijk met het aanbrengen van de mulchlaag kan
een kleine hoeveelheid zwavelzure ammoniak worden gestrooid,
omdat voor het verteren van het organisch materiaal stikstof
nodig is.
Hou uw plant in de gaten !. Als de rhododendrons goed groeien, mooi
donkergroen blad hebben en geen bladeren laten vallen, is
extra meststof niet nodig.
Is de grond toch te arm dan is bij tuincentra speciaal voor
rhododendrons geschikte meststof verkrijgbaar. Deze heeft
voor uw planten de juiste samenstelling.
U hebt de keuze uit:
a - Langwerkende meststof, één maal per jaar in de maand april.
Er is een langwerkende meststof met de ideale
voedingssamenstelling voor rhododendrons te
verkrijgen. U strooit dit één maal per jaar, in het
voorjaar, eind maart-begin april, bij de planten.
De meststoffen hebben een speciale coating, waardoor de voedingselementen
langzaam vrijkomen. U heeft er dus verder geen omkijken naar !
Wel moet u bij de aanschaf op de werkingstijd
letten. Na augustus moet geen voeding meer ter
beschikking van de plant komen. Dus als u begin
april bemest, mag de werkingstijd wel 5 maanden
zijn. Als u pas in mei gaat bemesten, mag de
werkingstijd maar 3 maanden zijn !
De hoeveelheid te
geven meststof is afhankelijk van de grootte van de struik. Bij elke 25
centimeter hoogte/breedte geeft u 5 gram meststof. Dus een struik van 1,25 meter
geeft u 25 gram meststof.
b - Snelwerkende meststof, enkele malen tussen maart en juli.
Ook is er een snelwerkende meststof te leveren. Deze
wordt gedurende de
groeiperiode gegeven. De voedingsstoffen zijn per direct voor de plant
beschikbaar en u ziet snel resultaat.
De werking is van kortere duur en de meststof zal meerdere keren per seizoen
(een maal per maand) gegeven moeten worden. Het is de ideale meststof om uw planten snel "op te
peppen". Per kilo is het goedkoper, maar het zal vaker gegeven moeten worden.
Belangrijk:
Vanaf begin augustus de
rhododendrons in uw tuin geen
voeding meer geven. De plant kan daardoor beter afharden en stevig de winter ingaan.
Gebreksverschijnselen.
Geel blad (chlorose).
Het kan zijn dat de grond in uw tuin zodanig is, dat er gebreksverschijnselen
optreden bij de plant.
De plant krijgt gele tot soms witte bladeren, vooral
de bladranden worden geel. Dit duidt op een gebrek aan ijzer
en/of magnesium.
De grond heeft bijna altijd een te
hoge pH waarde, wat wil zeggen dat er teveel kalk in de grond zit. Dit kan
het geval zijn,
doordat de grond van nature al erg kalkrijk is, bijvoorbeeld kleigrond, of door
het veelvuldig geven van sterk kalkhoudend water.
U kunt dit wegwerken door het geven van
ijzerchelaat. Voor een struik van een meter hoogte en breedte is circa 5 gram ijzerchelaat
voldoende, eventueel na 1 of 2 maanden te herhalen. De hoeveelheid doseren in
verhouding tot de grootte van de struik !
Als de grond
zwaar kleiachtig is, zal ook ijzerchelaat niet
helpen. Dan moet U de plant verplaatsen naar grond
met een lagere pH waarde. Zie bij "De rhododendron
stelt eisen aan de grond". onder "Het
planten van de rhododendron".
Droge en bruine bladranden.
Dit kan voorkomen door overbemesting. Teveel
kunstmest kan een te hoge zoutconcentratie geven. De
bladeren "verbranden".
Dit kan mogelijk hersteld worden door de wortelkluit
met veel regenwater af te spoelen.
Als het te laat is, zit er niets anders op, dan de
bruine bladeren te verwijderen en te wachten tot de
plant zich hersteld. U hebt teveel kunstmest
gestrooid of met zout water de planten gegoten.
|
|